"Het wonder is dat we meer hebben naarmate we meer met anderen delen."
Dat klinkt logisch en hoeft weinig uitleg. Toch lijkt het of we deze simpele wijsheid moeten herontdekken. Er wordt ons nog vaak voorgehouden dat persoonlijk bezit het hoogste goed is.
Maar er komen meer en meer barsten in die bel: technologie gaat snel, dus iets is eigenlijk al verouderd of uit de mode zodra je het koopt.
De gedachte 'van bezit naar gebruik' kennen we al goed via een bibliotheek: je hoeft niet alle boeken te bezitten die je wil lezen. Boeken die je nauw aan het hart liggen of die voor jou een bijzondere betekenis hebben, heb je misschien wel graag als je persoonlijke bezit.
Zo zullen er beslist mensen zijn voor wie een auto iets heel persoonlijks is en misschien wel een stukje van hun identiteit. Maar voor een groot deel mensen, waaronder mezelf, is een auto voornamelijk een handig vervoermiddel op het moment dat andere vervoersopties niet zo praktisch zijn.
Dan ben ik blij dat ik een auto kan gebruiken, zonder er de eigenaar van te hoeven zijn. Als je weet dat één deelwagen 3 tot 10 andere auto's overbodig maakt, hebben we in een delende buurt heel wat minder auto's nodig én hebben mensen ook een keuze uit welke auto je op welk moment gebruikt, naargelang wie of wat je wil vervoeren.
Want een auto is een machine die veel geld en grondstoffen kost. Véél meer dan boeken. Een auto heeft natuurlijk zijn nut, maar wat tijdgebruik betreft is het een bijzonder inefficiënte machine: een auto staat gemiddeld 96% van de tijd ongebruikt stil en kan dus veel efficiënter ingezet worden als die gedeeld wordt met anderen! Dat is winst in ruimtegebruik, winst in grondstoffengebruik, winst in uitstoot, winst in lichaamsbeweging, winst op sociaal vlak én winst voor je portemonnee.
Reacties
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie!